Hoe oud is yoga echt? Een verrassende geschiedenis.

Karin van Kooten

Leestijd: 9 minuten

Zijn de actieve asana’s zoals wij die zo graag doen echt al duizenden jaren oud? Wellicht niet. En misschien zou de Hond vanaf nu de Deense Dog moeten gaan heten. Yoga blijkt in de vorige eeuw namelijk sterk beïnvloed door de Scandinavische gymnastiek. 

The New York Times-journalist William Broad windt er geen doekjes om: ‘Het tijdloze imago van yoga is een luchtspiegeling.’ Zijn boek Eerlijk over yoga begint met een bijna duizelingwekkende update over de recente yogageschiedenis. Alleen al de laatste eeuw onderging yoga een enorme gedaantewisseling.

Broad somt stapels verschillen op tussen yoga nu en yoga honderd jaar geleden. Yoga was iets voor mannen, vrouwen mochten meestal niet meedoen. Yogakennis kreeg je via een privé-opleiding. Yogi’s woonden vaak ver van de bewoonde wereld, in gupha’s (grotten) en hadden amper bezit. Ze hadden ook niet echt een goede naam. Broad: ‘Yogi’s waren zigeuners en circusartiesten. Ze lazen je hand, legden dromen uit en verkochten amuletten.’ Het waren volgens hem showfiguren die hun lichaam in allerlei bochten wrongen voor een aalmoes – ook wanneer ze hun leven wijdden aan hoge spiritualiteit.

Sommige yogi’s vormden afpersersbendes, of stonden bekend als kinderrovers. Velen liepen naakt rond en smeerden zich in met as van overledenen om de vergankelijkheid van het lichaam te gedenken. Geen wonder dat de Indiase yogi’s bij een Britse volkstelling  tot de categorie ‘Diverse soorten ongure zwervers’ hoorden.

Broad noemt ook wonderbaarlijke krachten die je volgens eeuwenoude yogahandleidingen kon ontwikkelen: gedachten lezen, de toekomst voorspellen, vergif neutraliseren, onsterfelijk worden. In hoeveel klasjes leer je dat tegenwoordig nog?  

Snorkelen in de Ganges 

Oude yogageschriften staan vol ademhalings- en meditatieoefeningen, filosofie, mythische verhalen, geavanceerde sekstechnieken en spirituele praktijken op weg naar verlichting. Maar de series atletische houdingen die we tegenwoordig in de yogales doen? Die schitteren door afwezigheid.

Anne Cushman, medewerker van het Amerikaanse tijdschrift Yoga Journal, vindt het verdacht dat veel staande houdingen – zoals de Zonnegroet – niet voorkomen in de tot dusver bekende oude yogageschriften. In de tweeduizend jaar oude Yoga Sutra’s van Patanjali komt één zittende meditatiehouding voor. In de vijftiende- en zestiende-eeuwse Hatha Yoga Pradipika turft Cushman vijftien houdingen, vooral zittende. De Gheranda Samhita uit de zeventiende eeuw legt 32 asana’s uit die bijzonder geschikt zijn. Er staat wel in dat er nog duizenden asana’s zijn. Alleen: voorbeelden ontbreken.

Bij een volkstelling hoorden Indiase yogi’s ooit in de categorie ‘Diverse soorten ongure zwervers’

Cushman is bijna opgelucht als ze een boek ontdekt van Norman Sjoman. Deze yogi en Sanskriet-deskundige publiceerde in 1999 een werk over de yogatradities van het Indiase Mysore-paleis. Dat lijkt al meer op de yoga die wij nu kennen, met 122 houdingen. De bron van Sjoman is, zegt hij, een negentiende-eeuwse yogagids, in het Sanskriet geschreven door een prins van Mysore. 

Een mogelijke verklaring voor het geringe aantal houdingen in oude boeken is dat yogakennis voor een deel eeuwenlang mondeling werd overgedragen, van leraar op leerling. Yogagoeroe Krishnamacharya (1888-1989) – medeverantwoordelijk voor de wereldwijde verspreiding van yoga – claimde bijvoorbeeld dat hij begin vorige eeuw drieduizend asana’s leerde van zijn leraar. Zonder twijfel was hij een bijzonder erudiete en gepassioneerde docent, maar een aantal mooie verhalen van Krishnamacharya over de bronnen van zijn wijsheid is helaas lastig te dubbelchecken. Hij vertelde namelijk ook dat hij zijn kennis deels doorkreeg via de geest van een overleden voorouder, de beroemde negende-eeuwse yogi Nathamuni. En hij beweerde dat een belangrijke tekst over Vinyasa yoga, die hij ooit doorkeek in een bibliotheek in Calcutta, door mieren was opgegeten.

Anne Cushman van Yoga Journal verzucht: ‘Bij gebrek aan historisch bewijs zit er voor yogastudenten dus weinig anders op dan geloven dat asana’s eeuwenoud zijn.’ Ze vergelijkt een duik in de yogageschiedenis met snorkelen in het modderbruine water van de Ganges-rivier: behoorlijk frustrerend. Omdat de schriftelijke bronnen zo schaars en obscuur zijn. Voor de Amerikaanse yoga-docent en onderzoeker Mark Singleton is het echter kraakhelder ‘dat de asana’s (houdingen) maar zelden, of misschien wel nooit, de hoofdmoot vormden van belangrijke Indiase yogatradities.’

Bodybuilden en worstelen

Singleton spendeerde jaren in bibliotheken, op zoek naar antwoorden op zijn vele vragen over yogageschiedenis. Die zoektocht beschrijft hij in zijn boek Yoga Body. Onderweg stuitte hij op verrassend materiaal.

Zo bladerde hij in de universiteitsbibliotheek van Cambridge door een boek over een Deense gymnastiekmethode uit 1925. Met foto’s vol houdingen, die hij direct herkende als yogadocent: de Held, de Hond-met-het-hoofd-omlaag, de Hoofdstand, de Handstand. Singleton: ‘De methode, met dynamische sprongen tussen de houdingen, leek wel erg veel op het Vinyasa yogasysteem dat ik zo goed kende.’ Dat zette hem aan het denken. Hoe kon het dat er zulke duidelijke overeenkomsten waren tussen deze twee disciplines?

Na jaren onderzoek is de conclusie van Mark Singleton dat er flink wat kruisbestuiving heeft plaatsgevonden tussen yoga en andere disciplines, zoals Scandinavische gymnastiek, bodybuilden en worstelen. In Yoga Body maakt hij dat duidelijk door de ontwikkelingen van yoga in de context van die tijd – begin vorige eeuw – te plaatsen. 

Zo ontrafelde Singleton hoe de Scandinavische gymnastiek naar India werd getransporteerd. Eind negentiende, begin twintigste eeuw was de Deense gymnastiek razend populair in Europa, in gymlessen op scholen en bij legertrainingen. India was toen nog een Britse kolonie en Europese trends waaiden makkelijk over. Ook het Mysore-paleis, broedplaats van een hele generatie invloedrijke yogi’s, kende een rijke gymnastiekcultuur. De kans is groot dat Krishnamacharya en andere yogi’s daar iets van hebben opgepikt.

Guerrillatraining

Ook opkomend Indiaas nationalisme speelde een rol bij de yogaontwikkelingen begin vorige eeuw. Tussen de twee wereldoorlogen brokkelde de macht van het Britse rijk af. Voor een mogelijke strijd tegen de Britten waren sterke, goed getrainde Indiërs nodig. Zo was er ene Tiruka, die door India reisde als yogi en meteen een soort guerrillatraining gaf aan potentiële revolutionairen. In deze tijd waren de Indiërs hard op zoek naar een nieuwe, eigen, identiteit. Yoga, met zijn eeuwenoude Indiase wortels, paste daar heel goed bij. Al kon het imago van yoga wel een opkikker gebruiken. 

Gune stichtte in 1924 een ashram in India. Daar werd yoga zorgvuldig in een nieuw jasje gestoken

Een figuur die hielp bij de broodnodige metamorfose van yoga was Jagannath Gune, ook bekend als Swami Kuvalayananda. In 1924 stichtte hij een ashram in India. Daar werd yoga zorgvuldig in een nieuw jasje gestoken, schrijft Broad: ‘Slordigheid werd niet getolereerd: geen as of onverzorgd haar. Alles was brandschoon.’ Onappetijtelijke, schimmige aspecten van yoga verdwenen. ‘Yoga kreeg een fris en nieuw gezicht, met een uitstraling van wetenschap, hygiëne, gezondheid en fitness.’

Gune keek – als eerste – op een wetenschappelijke manier naar effecten van yoga. Hij onderzocht welke houdingen goed waren tegen welke klachten en publiceerde daarover in het Engels, dus voor een groot publiek, in het wetenschappelijke yogatijdschrift Yoga Mimansa. In zijn ashram begon Gune, die ook jaren gymnastiek beoefende, met yogales voor grote groepen. Revolutionair: zelfs vrouwen waren welkom. Al in 1926 betitelde hij zijn yoga zelfs als ‘bijzonder geschikt voor vrouwen’. Het werk van Gune viel op. Hij werd adviseur van Gandhi, boegbeeld van India’s onafhankelijkheidsstrijd. En hij hielp de leider met yoga van zijn hoge bloeddruk af te komen. 

In 1934 reisde ook Krishnamacharya, yogadocent van het Mysore-paleis, naar Gune’s ashram om zijn methodes te bestuderen. Beide heren waren gezichtsbepalend voor de gedaanteverandering van yoga in de afgelopen eeuw. Ze hadden daarbij ook allebei veel oog voor de mogelijke therapeutische effecten van yoga.

Na India’s onafhankelijkheid, in 1947, waaiert een flink opgefriste vorm van yoga uit over de aardbol. Met het boek Light on Yoga van de beroemde B.K.S. Iyengar is de transformatie van yoga rond 1965 compleet, vindt Broad. Bij elke yogahouding noemt Iyengar een aantal effecten op de gezondheid, waarbij hij vaak medische termen gebruikt. En dan de foto’s in het boek, van Iyengar in eigen persoon. Broad: ‘Een goedgetrainde bodybuilder, wiens uiterlijk in niets doet denken aan het verleden van yoga. Hij zit niet onder de as, draagt geen amuletten, verzorgt zijn kapsel en heeft geen baard.’ Een nieuw soort yoga is een feit.

Mysterieuze Zonnegroet

Hedendaagse onderzoekers bogen zich ook over de Zonnegroet, de houdingenserie die miljoenen yogi’s zo graag doen. Hoe traditioneel is die eigenlijk? Welnu: in tot dusver bekende oude yogageschriften ontbreekt de Zonnegroet. Volgens Broad kwam de Zonnegroet in de jaren dertig van de vorige eeuw op als belangrijke yogaoefening. De serie werd in het Westen vooral populair na 1959, na publicatie van de Complete Illustrated Book of Yoga van Swami Vishnudevananda.

Waar komt de mysterieuze Zonnegroet dan vandaan? Steeds meer hedendaagse onderzoekers hebben zo’n donkerbruin vermoeden dat de serie, net als de Ashtanga Vinyasa stijl, ontstond in de jaren dertig rond het Mysore-paleis. ‘Omdat zijn leerlingen deels actieve, jonge jongens waren, ontwikkelde Krishnamacharya een dynamische, actieve serie houdingen, met als doel: fysieke fitheid opbouwen,’ schrijft Yoga Journal. Houdingen gebaseerd op yoga, maar dan wel met inspiratie van de gymnastiek en Indiaas worstelen. ‘Yoga is dus blijkbaar geen statische traditie, maar een levende, ademende kunst. Die constant blijft groeien door experimenten en ervaring.’

Wie wil, kan natuurlijk ook geloven in een andere optie. Dat er iets over de Zonnegroet stond in een eeuwenoud geschrift, dat helaas is opgegeten door mieren. Of dat een vermaarde yogi de Zonnegroeten leerde van een overleden voorvader, of van zijn persoonlijke goeroe.

Voor veel theorieën over yogageschiedenis geldt: keihard geschreven bewijs is helaas ver te zoeken. Dat de wortels van yoga eeuwenoud zijn, is overduidelijk. Daarnaast blijkt yoga ook steeds meer een traditie die levendig mee ontwikkelt met veranderende tijden en nieuwe inzichten. Maar het belangrijkste is: dankzij het uitgebreide spitwerk van Broad, die onderzocht welke gezondheidsclaims over yoga wetenschappelijk kloppen, weten we nu in elk geval zeker dat yoga echt werkt. 

Illustraties: Ingrid Bockting