Je hebt gekozen voor het antwoord waarin de zogenaamde ’10 geboden’ of beter: ‘de tien woorden’ centraal staan. Deze tien woorden worden ook wel ‘de wet’ genoemd. Kort samengevat komen de tien woorden, die circa 6000 jaar geleden door God aan Mozes voor het volk van Israël gegeven zijn (maar die algemeen als een universele morele standaard worden aanvaard) hier op neer:
- Aanbid alleen God en geen personen of dingen die dat niet zijn.
- Misbruik Gods naam niet.
- Rust op de zevende dag.
- Eer je vader en moeder.
- Moordt niet.
- Pleeg geen overspel.
- Steel niet. Lieg niet.
- Zet je zinnen niet op iets dat van een ander is.
Hoe zinnig en goed deze regels ook zijn voor het menselijk leven, als we eerlijk kijken naar onszelf (en niet alleen naar de uiterlijke daden in onze betere momenten maar ook naar onze ware motieven, verlangens en andere roerselen van ons innerlijk) dan blijkt niemand in staat om hier werkelijk naar te leven.
Ook als we andere soortgelijke hoge morele standaarden als maat zouden nemen, wie is in staat om zonder falen daaraan te voldoen? Hebben we sowieso het verlangen daartoe wel? Vertonen we juist niet al te vaak precies tegenovergestelde neigingen?
De bijbelteksten zeggen: juist als we ons bewust zijn van zo’n hoge morele standaard ontdekken we des te meer dat er een kracht in ons werkzaam is die tegengesteld werkt en die ons te kort doet schieten.